In klas zes komt vooral het oefenen aan de orde.

Welke moeilijkheden kom je met breuken tegen.

Opstart van de algebra waarbij de breuken een ondersteunende rol kunnen spelen.

Verhaal Karel en Piet eten een Pizza. Karel eet ¾ pizza en Jaap maar ½ pizza.
Wat blijft er over van twee pizza’s?
Dus ¾ pizza + ½ pizza geeft 1 ¼ pizza ( dus ¾ pizza over).

¾ p + ½ p = 1 ¼ p Als we P nu als andere grootheid zien. Bijvoorbeeld als gewichten van 2,3,4 kilo





Op deze manier zitten we in de beginnende algebra. Voor uitwerking zie: Werken aan de breuken in klas 6, Rekenen in Beweging.